Terug naar Caesar

De Bello Galico

Boek 2

Caesar voorzichtig en onvoorzichtig

volgorde van de colonne was anders dan de Belgen aan de Nerviërs hadden bericht. Want omdat hij de vijand naderende leidde Caesar naar zijn gewoonte 6 legioenen zonder bagage. Na hen had hij de hele legertros samen gezet, daarna sloten de 2 legioenen, die zeer onlangs gelicht waren de gehele colonne en dienden/waren tot bescherming van de legertros. Toen onze ruiters met slingeraars en boogschutters de rivier overstaken, begonnen zij een veldslag met de ruiterij van de vijand. Toen zij telkens weer naar de bossen terugtrokken naar de hunnen en opnieuw uit de bossen een aanval tegen de onzen deden, en toen de onzen hen op hun terugtocht niet verder dan het zicht en de open plaatsen reikten durfden te volgen, begonnen de zes legioenen die als eerste aangekomen waren het kamp op te bouwen nadat het uitgemeten was. Toen de eerste tros van ons leger gezien werdt door degenen die in het bos verborgen lagen, -Dat was het moment dat was afgesproken tussen hen om de strijd/veldslag te beginnen- vlogen zij plots met alle troepen vooruit zoals ze in de bossen hun slaglinie en gelederen hadden opgesteld, (en) zichzelf hadden opgepept, en ze deden een aanval op onze ruiters. Nadat deze makkelijk verdreven en in wanorde voort gedreven waren, liepen zij met ongelofelijke snelheid naar beneden naar de rivier, zodat de vijanden bijna in een tijd bij de bossen en bij de rivier en al tussen onze troepen schenen. Maar ze snelden met dezelfde snelheid de tegenoverstaande heuvel op naar ons kamp en naar hen die bezig waren met het werk.


Caesar organiseert

Door Caesar moesten alle dingen op 1 tijd gedaan worden: De vlag moest gehesen worden, met de trompet moest het signaal gegeven worden, de soldaten moesten terug geroepen worden, weg van het werk, zij die een beetje verder waren gegaan om materiaal voor de wal te gaan halen, moesten terug gehaald worden, de slagorde moest opgesteld worden, de soldaten moesten aangespoord worden, en het teken moest gegeven worden. Een groot deel van deze zaken wed verhinderd door het gebrek aan tijd en de toeloop van de vijanden. Bij deze moeilijkheden dienden 2 zaken tot hulp, tengerste de vaardigheid en de ervaring van de soldaten, omdat ze geoefend waren in vroegere gevechten en even goed aan zichzelf konden voorschrijven wat er moest gedaan worden als door anderen onderricht te worden, en ten tweede omdat Caesar verboden had dat de afzonderlijke legaten weg gingen van het werk en hun afzonderlijke legioenen, tenzij het kamp opgericht/versterkt was. Dezen wachtten wegens de nabijheid en de snelheid van de vijanden het bevel van Caesar helemaal niet meer af, maar ze regelden alles op zichzelf wat hen goed scheen.


Caesar spoort aan

Nadat door Caesar de nodige dingen bevolen waren, liep hij naar beneden om de soldaten aan te sporen, naar de kant waart het toeval hem bracht, en hij kwam terecht bij het 10de legioen. Hij spoorde de soldaten aan met geen langere toespraak dan dat ze de herinnering aan hun vroegere dapperheid moesten bewaren en dat ze niet in de war mochten gebracht worden wat betreft hun moed, en dat ze de aanval van de vijanden moesten tegenhouden. Omdat de vijanden niet verder weg waren dan een projectiel geslingerd kon worden, gaf hij het teken om de veldslag te beginnen. En toen hij vertrok naar de andere kant. Hij liep de vechtende tegemoet om hen ook aan te sporen. Het gebrek aan tijd was zo groot en de geest van de vijanden zo bereid om te vechten, dat de tijd ontbrak om de kentekens aan te brengen, maar ook om de helmen op te zetten en de hoezen van de schilden af te trekken. Aan de kant waar ieder onmiddellijk na het werk toevallig terecht kwam en bij die tekens die ieder het eerst bemerkte, daar ging men staan, om geen tijd van vechten te verliezen bij het zoeken naar hun eigen tekens.


Wisselend succes

De soldaten van het negende en tiende Legioen hadden zich opgesteld in het linkerdeel van de slagorde. Nadat ze hun speren geworpen hadden, dreven ze de Atrebaten - want dat deel was hen ten deel gevallen - snel vanaf de hoger gelegen plaats naar de rivier. Dezen waren immers buiten adem door de afmattende stormloop en uitgeput door verwondingen. Toen zij (de Atr.) probeerden over te steken, achtervolgden ze (de Rom.) hen en doodden een groot deel van hen in hun belemmerde positie mei het zwaard.Zelf aarzelden ze niet de rivier over te steken, en nadat ze op ongunstig terrein vooruitgingen, dreven ze de vijanden die opnieuw weerstand boden op de vlucht, nadat het gevecht hervat was.Op dezelfde manier dreven in een ander deel twee afzonderlijke legioenen, het elfde en het achtste, de Viromanduers, met wie zij slaags geraakt waren, terug vanaf de hoger gelegen plaats en ze vochten op de oevers zelf van de rivier. Maar nu was bijna het hele kamp aan de voorkant en de linker zijde onbeschermd, aangezien op de rechterflank het twaalfde legioen en niet ver daarvandaan (op geen grote afstand ervan) het zevende zich opgesteld had. Alle Nerviërs trokken in een zeer dichte colonne naar die plaats, onder leiding van Boduognat, die het opperbevel had. Een deel van hen begon vanaf de open zijde de legioenen te omsingelen, een deel begon naar de hoogste plek van het kamp te gaan.


Het keerpunt

Na de aansporing van het tiende legioen vertrok Caesar naar de rechterflank. Hij zag dat zijn [mannen] in het nauw gedreven werden en dat, nadat de veldtekens op één plaats verzameld waren, de opeengedrongen soldaten van het twaalfde legioen (zelf) voor zichzelf tot hindernis waren bij het gevecht. Alle honderdmannen van de vierde cohorte waren gedood, de vaandeldrager was gesneuveld, het veldteken verloren en bijna alle honderdmannen van de overige cohorten waren ofwel gewond ofwel gedood, onder wie de hoofdcenturio P. S. Baculus, een zeer dapper man, die door vele zware verwondingen getroffen was, zodat hij zich niet meer kon rechthouden. Hij zag [ook] dat de overigen trager waren en dat sommige deserteurs in de achterhoede van het gevecht weggingen en de projectielen ontweken. De vijanden hielden aan de voorkant niet op vanaf de lagergelegen plaats te naderen en ze drongen op vanaf beide kanten en de toestand was hachelijk. Er was ook geen enkele hulp die kon gezonden worden. Nadat hij in de achterhoede één soldaat zijn schild genomen had, omdat hijzelf daarheen zonder schild gekomen was, ging hij vooruit naar de eerste linie. Nadat hij de honderdmannen bij hun naam genoemd had en de overige soldaten aangespoord had, beval hij de veldtekens naar voor te brengen en de manipels te spreiden, om gemakkelijker de zwaarden te kunnen gebruiken. Door zijn komst werd er hoop gebracht aan de soldaten en werd hun moed hernieuwd, omdat ieder voor zich verlangde in het zicht van de bevelhebber zich in te spannen, zelfs bij het uiterste gevaar voor zichzelf. Zo werd de aanval van de vijanden een beetje vertraagd.


Allen overtreffen zichzelf

Door de komst van hen werden er zo veel veranderingen aan de zaken gedaan, dat ook zei die door verwondingen uitgeput neergevallen waren, de veldslag steunend op hun schild hernieuwden. De legerknechten bemerkten de zeer bang gemaakte vijanden en liepen zelfs ongewapend, de gewapenden tegemoet. Maar om de schande van de vlucht goed te maken met (door middel van) dapperheid, brachten de ruiters zich op alle plaatsen waar men moest vechten, voor de legioensoldaten. Maar de vijand toonde zelfs in een uiterste hoop op redding zoveel moed, dat wanneer de eerste van hen gevallen waren, de dichtstbijzijnden op de liggenden gingen staan en vanop de lichamen vochten. Toen deze neergevallen waren en de lijken opgestapeld waren, zoals op een grafheuvel, wierpen, zij die overbleven, projectielen naar de onzen en zonden onderschepte speren terug. Men moest oordelen dat zo’n dappere mannen niet zonder reden een zeer brede rivier durfden over te steken, zeer hoge oevers beklimmen en zich op ongunstig gebied te wagen. De grootte van hun moed had die dingen van zeer moeilijk makkelijk gemaakt.


download pdf