Er was geen wind, de schepen lagen onbeweeglijk aan de kust en de soldaten wachtten ongeduldig af. Agamemnon, de broer van Menelaus en de leiders van de grieken, Hij beval Calchas een waarzegger te komen en vroeg hem: “Wat heeft het orakel aan jou gezegd? Wat moeten wij doen? We kunnen toch niet voor eeuwig wachten?” Calchas antwoordde tegen zijn zin: “Diana de godin van de jacht is woedend op jou, omdat jou soldaten een heilige hind hebben gedood. Daarom is er geen wind. De godin eist nu een jou dochter Iphigenia tot offer. Alleen maar aan die voorwaarde zal er wind zijn en zal jij naar Troje kunnen varen.”
Maar Agamemnon riep: “Dit kan ik niet maken! Jij hebt je vergist, Calchas. Zo wreed kan een godin niet zijn.” Maar de andere leiders en soldaten hielden niet op met smeken. Uiteindelijk gaf de droevige Agamemnon toe aan de smeekbeden van hen. Op initiatief van Odysseus, liet hij Iphigenia met een list het kamp binnen komen: Want hij beloofde aan haar een huwelijk met Achilles een dappere Griekse leider. Na een lange en moeilijke tocht kwam het vrolijke meisje binnen in het kamp met haar moeder Klytaemnestra en haar broer Orestes. De vader van haar weende en hij kon de waarheid niet zeggen. Maar Odysseus trok haar snel naar het altaar.
Maar op dat moment bemerkten zij allen iets wonderlijks. Terwijl Iphigenia bang was en op het altaar lag, Daalde Diana af uit de hemel en nam haar weg. In de plaats van haar legde zij een hinde op het altaar en nam haar mee naar een verafgelegen streek zij maakte het meisje een priesteres van haar tempel. Agamemnon en de soldaten stonden eerst verstomd, daarna betuigden zij dank aan de godin en offerden een hinde. Dadelijk was er wind. Uiteindelijk konden de grieken de schepen losmaken en naar Troje varen. De moeder Klytaemnestra keerde terug naar huis met de zoon Orestes, triest en woedend.